Welke bewegingen maken dat er meer samengewerkt moeten worden in de zorg? Hoe ziet deze samenwerking er uit? En hoe past blended zorgverlening hierbinnen? In het co-creatie eHealthboek wordt hierbij stilgestaan. Hieronder heb ik de belangrijkste punten op een rij gezet.
Kijk verder hier voor de conclusies en aanbevelingen van het co-creatie eHealthboek & hier voor het overzicht van alle gerelateerde artikelen.
Er zijn twee bewegingen die organisaties bewust maken dat de samenwerking in de keten verbeterd moet worden:
- De kosten en tijd om innovaties te onderzoeken en te ontwikkelen kunnen niet door één partij gedragen worden. Innoveren in de vorm van blendedBlended houdt in dat de cliënt zowel op een traditionele (offline) manier zorg verleend krijgt als op een online/digitale manier. hulpverlening is hierbij belangrijk omdat het zorgconcept radicaal moet veranderen door toenemende zorgkosten en komende tekorten in personeel.
- Probleemgerichte dienstverlening in een wijk vraagt een ketenbrede aanpak & samenwerking
Echter is deze samenwerking in de keten nog onvoldoende. Dit blijkt uit de onvolwassenheid van de toepassing van eHealth: er zijn nog weinig vernieuwende zorgconcepten die zowel kwaliteitsverhogend als kostenbesparend zijn. Het blijkt ook uit het beperkt aantal samenwerkingsverbanden die op dit moment georganiseerd zijn.
Hieronder wordt toegelicht wat hier ten grondslag aan ligt en wat hierin verbeterd kan worden. Besproken wordt:
- onvolwassenheid eHealth in Nederland & hoe dit wel succesvol te maken
- zorgvraag voorspellen op basis van demografie als input voor samenwerkingsverbanden
- voorbeelden van samenwerkingsverbanden en handreikingen om beter samen te werken
Innovaties en het volwassenheidsniveau daarvan
De volwassenheid van een eHealth toepassing in het zorgproces wordt bepaald door de mate waarin bewezen is dat deze effectief is en de schaalgrootte waarin deze wordt toegepast. Let wel: eHealth is onderdeel van een dienstverleningsconcept, het is niet een los onderdeel dat zelfstandig functioneert en beoordeeld wordt.
Dat eHealth binnen de dienstverlening nog een laag volwassenheidsniveau heeft in Nederland blijkt uit dat (p. 205):
- verschillende partijen dezelfde type functionaliteit ontwikkelen
- onvoldoende netwerk in de markt is opgebouwd om innovatie bij uit te rollen
- veelal geen verdienmodel aanwezig en zo ja, dat deze niet afgestemd is op het financieringssysteem in de zorg
- een sluitende business case ontbreekt
Gevolg is dat door de wildgroei aan innovaties organisaties door de bomen het bos niet meer zien en onduidelijk is welke innovatie het meeste rendement en minste risico oplevert. Door de versnipperde focus en aanpak bij de ontwikkeling worden deze onvoldoende doorontwikkeld om echt waarde toe te kunnen voegen (p. 205).
Het onderstaande figuur geeft weer in welke fase van de ontwikkeling, organisaties voornamelijk hun energie en aandacht steken.
Om succesvol te zijn in het toepassen van eHealth dien je als organisatie de volgende vragen te beantwoorden (p. 206, 213, 214):
- Wat is de zorgvraag/het probleem/de uitdaging? (bv. zelfmanagement, preventie, substitutie, langer thuiswonen)
- Met wie moet ik samenwerken in de regio en in de keten & op wat voor manier wordt er samengewerkt
- Welke innovatie/interventie gebruiken we om zorg te verlenen? Met behulp van een innovatie database (bijvoorbeeld de InnoBox van Aimtrack) waarin de maturity en kwaliteit van diverse innovaties wordt vastgelegd, kan voor het desbetreffende probleem de juiste toolbox worden samengesteld (p. 213).
- Hoe moeten we deze implementeren en opschalen? Het succes van implementatie hangt hierbij mede af van de organisatiecontext (draagvlak, veranderkracht, ondernemendheid)
- Hoe checken we de resultaten en stuur we bij?
Door een gezamenlijke aanpak ontstaat er voldoende body om een volwassen product/dienstverlening te creëren die de zorg als geheel verbetert.
Op pagina 206 zijn de bovenstaande vragen uitgesplitst en nader toegelicht. Het is een aanrader om deze door te lezen.
Samenwerken op basis van voorspelde zorgvraag uit demografie
Op basis van de samenstelling van de populatie kan de zorgvraag voorspeld worden. Daarmee kan ook voorspeld worden welke samenwerkingsverbanden tussen zorgverleners nodig zijn om zorgkosten te delen en de kwaliteit te verhogen. Zie pagina 212 voor voorbeelden.
Dat demografie een belangrijke voorspeller is blijkt uit de volgende maatschappelijke trends (p. 211):
- Hoger opgeleide mensen leven langer zonder beperkingen, dan lager opgeleiden
- Vergrijzing maatschappij, iedereen leeft langer, mede doordat meer kwalen behandeld kunnen worden. Gevolg is hogere zorgkosten p.p.
- Tekort aan hulp buiten de stad: vergrijzing groter buiten de steden, jongeren trekken naar stad
- Verschuiving zorg naar gemeenten door langer thuiswonen en inzet op preventie & substitutie van zorg
Deze trends pleiten overigens ook voor het gebruik van eHealth om het zorgproces beter te kunnen ondersteunen in het stimuleren van zelfredzaamheid.
Samenwerkingsvormen en succesfactoren samenwerking
De samenwerking tussen partijen kan op verschillende vlakken namelijk op het gebied van (p. 216):
- Gezamenlijke dienstverlening, bijvoorbeeld een callcentrum die normaal gesproken voor één partij onmogelijk is om te handhaven
- Ketensamenwerking tussen professionals die aan dezelfde problematiek werken bijvoorbeeld diabetici
- Samenwerken om nieuwe innovaties te ontwikkelen, bijvoorbeeld Quli
- Delen van kennis tussen professionals over best/bad practices, ontwikkelingen, methodieken
Dit vraagt om een andere houding van de organisatie: het opgeven van autonomie; creëren van dezelfde verwachtingen & perceptie met partners; dezelfde taal spreken (p. 217).
De samenwerking wordt succesvol door (p. 217-221):
- Gezamenlijk ambitie (p. 217)
- Recht doen aan ieders belangen (p. 218)
- Team dat persoonlijk goed met elkaar kan samenwerken & goed (verbindend) leiderschap (p. 218-219)
- Professioneel organiseren van de samenwerking (besturing, identiteit, structuur) (p. 220)
- Vormgeven van een betekenisgevend proces hoe samen te werken (p. 221)
Pagina 218 bevat het onderstaande overzicht met alle samenwerkingsvraagstukken, ontwikkeld door Twynstra Gudde.
Enkele handreikingen voor het samenwerkingsproces (p. 223-226):
- Gebruik voorgaande mislukkingen als lessons learned voor betere samenwerking
- Werk met partners waar een synergie gevoel mee is, die denken en doen vanuit een gemeenschappelijk belang voor de sector (de voortrekkers)
- Voorkom vastlopen in details door gebruik use cases (werken vanuit generiek niveau), werken vanuit visie, time boxen
- Werk vanuit een nieuwe identiteit (greenfield) met eigen cultuur en structuur
- Bestuurlijk commitment
- Leg nadruk op goede samenwerking en gezamenlijke ambitie met een vleugje projectmanagement waarbij ruimte is voor niet afgebakende resultaten en onderhandeling.
- Je team heeft leden met lef waardoor dingen gebeuren en buiten kaders wordt getreden. Ze inspireren wat leidt tot verbinding.
In deze blogreeks heb ik de indeling van het co-creatie ehealthboek (pdf) grotendeels gebruikt. De nadruk heb ik gelegd op onderstaande thema's. Hierbij heb ik overeenkomstige onderwerpen bij elkaar gebracht, die ook in andere hoofdstukken beschreven zijn.